Als in de nacht van 13 op 14 september 1944 de geallieerden steeds verder oprukken richting het noordoosten, bereiken zij Valkenburg. Company A van het 1e bataljon van het 119e regiment van de Old Hickory divisie is vastberaden de Valkenburgers te bevrijden van haar bezetters.
Op een bankje halverwege de Daalhemerweg treft verzetsstrijder Pierre Schunck, de Amerikaan Captain Simmons. “You want a cigarette?” vraagt hij. “I like steeplechase”, antwoordt Schunck. Op de knieën van Simmons ligt een stafkaart. Schunck wijst aan: “Aan deze kant van de Geul is er geen een meer. Deze brug is de enige die nog intact is. Maar ze is ondermijnd en wordt vanuit Hotel Oda bewaakt, daar. Mogelijk zitten er ook nog Duitsers in het Casino, hier”. Captain Simmons overlegt met een aantal van zijn soldaten, om vervolgens in open jeeps met mitrailleurs, geruisloos, de Daalhemerweg af te rijden.
Helaas werden de Duitsers uiteindelijk toch bericht over de komst van de Amerikanen. Het lukte de Amerikanen diezelfde dag nog de zuidflank van de vallei in handen te krijgen, maar moesten voor nu hun opmars staken omdat de Duitsers de enige brug die nog intact was, toch hadden opgeblazen.
Strategisch gebruik
Het is mogelijk en ook zeer waarschijnlijk dat er later deze dag iemand met de Amerikanen de ruïne van het kasteel van Valkenburg is opgegaan, om van daaruit de stellingen van de Duitsers aan de overkant van het Geuldal te kunnen bekijken. Op deze manier werd er een blijvende artilleriewaarnemer geïnstalleerd op de ruïne. De Wilhelminatoren in Valkenburg zou een meer algemeen logische keuze voor deze waarnemer zijn geweest, maar de vijand vermoedde dat ook en als de toren bestookt werd, werd daarmee ook de waarnemer gedood. Vandaar dat de ruïne een meer voor de hand liggende keuze was, deze was groter en bood ook meer bescherming. Na bijna 300 jaar deed de ruïne van het oude kasteel daarmee opnieuw dienst en bleek haar vroegere doel, als strategische hoogteburcht, wederom nut te hebben. Met een wijds uitzicht naar de noordflank van het Geuldal, waar de bezetter zich ophield. En met een even brede blik van Oost naar West, waar de stroom van de Geul dit dal in tweeën splijt, kon de bevrijder zich een perfect beeld schetsen van de situatie ter plaatse. Vanuit hier werd pas echt duidelijk hoe de bevrijding van het eeuwenoude stadje er moest gaan uitzien. De voorbereidingen voor het op handen zijnde artillerieduel namen nu serieuze vormen aan. Uiteindelijk heeft het nog tot 17 September ’44 geduurd voordat Valkenburg in haar totaal bevrijd was. In deze laatste dagen van WO II hield de bevolking van Valkenburg zich schuil in de vele grotten in de buurt. In de Fluweelengrot hebben ongeveer 600 mensen geschuild voor het oorlogsgeweld.