Faciliteiten
Naast dat dit een bijzondere historische locatie is, vind je op deze locatie ook
Op 24 mei gaat de lezing ‘Bronbeek in Gelders Arcadië’ door Elyze Storms-Smeets in premiere op ons youtubekanaal.
Langoed Bronbeek werd in mei 1821, 200 jaar geleden voor het eerst door bewoners in gebruik genomen. U kunt op deze dag ook zelf een bezoek brengen aan landgoed Bronbeek om zelf het landgoed en haar gebouwen te bekijken.
Meer weten over het landgoed? : https://www.defensie.nl/onderwerpen/bronbeek/over-bronbeek/zien-en-doen-op-bronbeek/landgoed-bronbeek
Parkeren kan gratis op het achterterrein van Bronbeek.
Het landgoed is de gehele dag vrij toegankelijk.
Bronbeek is een museum en hét kenniscentrum van het koloniaal-militair verleden van het Koninkrijk der Nederlanden. Het bevindt zich op een historisch landgoed. Bronbeek is ook een tehuis voor veteranen van de Nederlandse krijgsmacht en het voormalige Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL). Op het landgoed wordt een groot aantal herdenkingen gehouden.
Het landgoed Bronbeek is in oorsprong een particuliere buitenplaats. Zijn geschiedenis gaat terug tot het begin van de negentiende eeuw. Het terrein van het huidige Bronbeek behoorde in die tijd tot een grotere bezitting, die ter weerszijden van de Velperweg lag en het Langewater werd genoemd. Er lagen percelen bos, hakhout, akkers en weiden binnen een rechthoekig lanenstelsel. In 1816 werd het terrein gekocht door de in Rheden geboren rentenier Hermen Steijgerwalt (1768-1830). De bestaande natuurlijke bron liet hij uitgraven tot een sprengbron, die lager op het terrein een reeks vijvers voedde. Een gedeelte van het terrein verkocht hij in 1819, maar het gebied van het tegenwoordige landgoed ter grootte van ruim acht hectare behield hij zelf onder de naam het Nieuwe Lange Water. Spoedig daarna liet hij er een buitenhuis bouwen. Een deel van de omliggende grond richtte hij in landschappelijke stijl in. De overige grond kreeg een bestemming als bouwland en moestuin, een klein deel bleef heide. In zijn testament uit 1822 noemde hij zijn buitengoed ‘Bronbeek’. De latere eigenaar Carel Johan Verkouteren (1797-1865) bouwde in 1842 op de plaats van het eenvoudige huis een nieuwe villa in neoclassicistische stijl en verfraaide de parkaanleg. In 1854 kocht koning Willem III (1817-1890) de buitenplaats voor 75.000 gulden. Hij liet de villa uitbreiden tot een klein paleis en het park verrijken met sierbomen en -heesters, rozen en perkplanten.
Veel tijd heeft de koning niet op Bronbeek niet doorgebracht. In 1859 schonk hij het aan de staat onder de voorwaarde, dat die er een ‘tehuis voor invaliden’ van het Oost-Indische Leger zou stichten. De staat accepteerde de schenking. Na de bouw en opening van het tehuis in 1863 namen de tehuisbewoners het omliggende landgoed in gebruik. Tot hun tachtigste levensjaar hadden zij een arbeidsplicht, voor zover zij daartoe in staat waren. Zij konden die onder meer vervullen door voedsel te produceren voor de Bronbeekgemeenschap. Zij breidden het areaal akkers en moestuinen op het terrein uit, hielden een trekpaard, koeien, varkens, konijnen, allerlei kleinvee en bijen, kweekten vissen in de vijvers, en bouwden diverse dierenverblijven. Enige gebouwen uit die periode herinneren nog aan het agrarisch gebruik van het landgoed.
In 1959 kwam er een eind aan het landbouwbedrijf. Het landgoed werd in 1960 heringericht met bomen en gazons. Ondanks deze en andere wijzigingen in de loop van zijn bestaan heeft het landgoed de omvang, de hoofdopzet en veel elementen van zijn oorspronkelijke aanleg behouden. Mede hieraan ontleent het zijn cultuurhistorische waarde. Door de aanwezigheid van een reeks monumenten heeft het ook een belangrijke functie als herdenkingsplaats voor veteranen en de nabestaanden van de slachtoffers van de Japanse bezetting in Zuidoost Azië gedurende de Tweede Wereldoorlog. In het museum wordt deze periode uit de geschiedenis van Nederlands-Indië uitvoerig belicht.