Veel oud bewoners van West Brabant kennen Bouvigne van de tijd van de catechisten, die het kasteel van 1930 tot 1970 bewoonden. De gemeente Ginneken en Bavel koopt in 1930 kasteel Bouvigne en verhuurt dit voor 50 jaar aan de Vereniging van Catechisten: een sterk religieuze organisatie, die zich vooral richtte op de maatschappelijke problemen van de zwakkere meisjes in Brabant. Meisjes kregen in die tijd op Bouvigne een opleiding tot gezinsverzorgster en leerden de taken voor een klassieke huis- of dienstvrouw.
1940 -1945
Vanwege de grote evacuatie van Breda (12 mei 1940) verlieten de catechisten tijdelijk Bouvigne. Het kasteel werd daarna al snel het bezit van de Duitsers. Maar er gebeurde nog meer op Bouvigne in mei 1940. In het begin van de Tweede Wereldoorlog zijn bijna vierhonderd meisjes vanuit een internaat in het Gelderse Druten naar Breda uitgeweken. Ze kwamen uit bij Bouvigne, waar ze vrijwel snel moesten schuilen in het Mastbos vanwege dreigende gevechten tussen Fransen en Duitsers. Twee al verzwakte 8 jarige meisjes stierven half mei vanuit uitputting, verzwakking en ondervoeding aan een natuurlijke dood. Omdat in oorlogstijd niet begraven mocht worden van de Duitsers, zijn de twee kinderen stiekem begraven in de tuin van kasteel Bouvigne. Pas in 2015 kwamen hun graven aan het licht. De twee kinderen zijn op verzoek van hun families herbegraven en hebben een waardige rustplaats gekregen. Een plaquettes aan de buitenmuur van de grafkapel in de Duitse tuin, is een eerbetoon en vertelt hun verhaal.
Na de bevrijding (29 oktober 1944) werd landgoed Bouvigne gebruikt door het Militaire Vrouwen Hulp Korps. Marcheren in de kasteeltuinen behoorden tot de standaard onderdelen van de opleiding. In september 1947 verliet het Vrouwen Militaire Hulp Korps Bouvigne en werd het Korps gevestigd in het Prinses Julianakamp in Kijkduin.
Bekijk de NPO Andere Tijden aflevering: De vlucht uit Breda. En de film van Princenhaags museum waarin de ontruiming van kasteel Bouvigne in beeld wordt gebracht.
Over Bovigne
Aan de Bouvignelaan, ten oosten van het Mastbos in Breda, ligt kasteel Bouvigne. Al in de 15e eeuw werd Bouvigne voor het eerst genoemd in een officieel document. Het heeft de allures van een kasteel, ligt rondom in het water en heeft een torentje. Uitgaande van een ingemetselde tegel is familie Brecht de eerste eigenaar van het gebouw (1494). In 1614 kwam het landgoed in handen van de prinsen van Oranje.
In de bijna 40 jaar dat de catechisten het complex gebruikten, werden in 1932 vanwege het sterk religieuze karakter een Mariakapel en een grafkapel gebouwd. Op het landgoed bouwden men rond die periode ook huisvesting voor arbeidersmeisjes en schoolgebouwen waar meisjes les kregen in de zorg en huishouding. Ook zijn de tuinen rondom het kasteel verder uitgebreid met een Franse- en Engelse tuin. De Duitse tuin is rond 1930 aangelegd.
In 1972 ontbindt gemeente Breda het contract met de Vereniging van de Catechisten en koopt waterschap Brabantse Delta, dan nog bekend als Hoogheemraadschap van West Brabant, het kasteeltje van de catechisten.