14 februari is de feestdag van Sint Valentijn en hoewel we eigenlijk vrijwel niets over hem weten is het toch de feestdag van de liefde geworden. Deze liefde laten mensen vaak blijken door een aantal standaard cadeautjes, een diner, een bos rozen en natuurlijk chocolade. Net als veel andere feestdagen staat dus ook deze dag vooral in het teken van eten. Chocolade is ook nog eens super interessant omdat het een zeer interessante oorsprong heeft.
Wat is chocolade?
Chocolade wordt al eeuwenlang gemaakt van cacaobonen en heeft dus ook al een lange geschiedenis buiten Europa. Cacaobonen groeien aan de cacaoboom die afkomstig uit de amazone in Zuid-Amerika en worden daar al meer dan 3000 jaar geoogst. De bonen werden geoogst, gedroogd en daarna geroosterd. Na dit hele proces werden ze vermalen tot poeder waar vervolgens een cacaodrank van werd gemaakt. Ze mengden het poeder met water en kregen zo een cacaodrank. Soms werd hier dan bijvoorbeeld een beetje honing aan toegevoegd om het wat lekkerder te maken.
In de Maya samenleving werd het cacaodrankje gezien als drank van de goden. Daardoor was het waarschijnlijk ook een belangrijk onderdeel van religieuze ceremonies en bepaalde overeenkomsten. Naast deze belangrijke religieuze rol was het drankje ook in de rest van de samenleving erg populair. Het waren zelfs niet alleen de elite die hier toegang tot hadden maar waarschijnlijk kon vrijwel ieder Maya huishouden bij ieder maal genieten van de cacao drank.
Net als de Maya’s zagen de Azteken Cacao ook als iets enorm belangrijks en aan hen gegeven door de goden. Ze gebruikten het zelfs als betaalmiddel waardoor het bij hun veel meer een product voor de elite was. De Azteken van minder belangrijke huishoudens konden de cacaodrank niet dagelijks drinken maar ook zij konden tijdens bijzondere feesten waarschijnlijk gewoon genieten van het drankje.
Chocolade in Europa
Er was dus al een hele rijke cultuur rondom chocolade en cacao voordat iemand in Europa er ooit van had gehoord. Wanneer het precies in Europa kwam is niet duidelijk maar wel dat het werd meegebracht door een van de Spaanse veroveraars. Dit zorgde ervoor dat het aan het einde van de 16e eeuw was het ook aan het Spaanse hof een populaire drank.
Pas jaren later werd het ook in andere Europese landen gedronken. Vanaf de tweede helft van de 17de eeuw komen er voor het eerst winkels op waar chocolade wordt verkocht om de drank van te maken. Het duurde nog veel langer voordat er ook chocolade werd gemaakt om te eten, het werd eeuwen lang alleen gebruikt voor chocolademelk.
Chocolade was echter een heel duur product dus kon het alleen door de rijkste van de samenleving worden gedronken. Juist daardoor werd het ook enorm populair onder de elite als speciale sociale drank en kon je er ook echt je status mee aantonen. Om aan de steeds groter wordende vraag te voldoen werd er voor de teelt van cacao heel veel gebruik gemaakt van de arbeid van tot slaaf gemaakte mensen in Zuid-Amerika.
Chocolade werd pas in het begin van de 19de eeuw meer toegankelijk voor de non elite door een Nederlandse uitvinding. De Nederlandse scheikundige Coenraad van Houten vond een manier om makkelijk cacaopoeder en cacaoboter te maken. Deze beide uitvindingen zorgden ervoor dat het goedkoper werd om chocolade te maken en te kopen en dus konden meer mensen ervan genieten.
Chocolade in de kasteelkeuken
In 2023 heeft Manon Henzen een boek geschreven met verschillende historische recepten uit 4 receptenboekjes van Twickel. In deze receptenboekjes stonden veel verschillende gerechten die door de jaren heen op Twickel werden bereid. Tussen de verschillende zoete nagerechten waren daarom natuurlijk ook enkele recepten te vinden waarbij chocolade werd gebruikt. Zo staat er een recept in voor een chocoladesoufflé maar ook voor kleine pralines.
Niet alleen kasteel Twickel heeft van dit soort receptenboekjes, heel veel andere Nederlandse kastelen hebben ook van dit soort prachtige historische boekjes waarin vast meer historische chocolade recepten te vinden zijn.