fbpx Skip to main content

De gedekte tafel

kasteel hernen | Gelderland

13 mei 2024 | Christianne Muusers


Hoe zag een eettafel er in de (late) Middeleeuwen uit?
De tafel moest worden gedekt met een smetteloos wit tafellaken van linnen. Daaraan veegde men de handen af, omdat het servet nog niet bestond. Deze verscheen eind 15e eeuw. Er werd zout op tafel gezet en brood. Het zout zat niet in een zoutvaatje, maar in een prachtige schaal, het liefst in de vorm van een schip. Zout kon echter ook in een bergje op een apart broodbord worden gelegd. Men nam zout met de punt van een mes. Een potje of schaaltje met mosterd stond soms ook op tafel.

Borden
Op de tafellakens werden verder broodborden gelegd, of borden van hout, tin of edelmetaal. De broodborden waren niet bedoeld om gegeten te worden. Behalve enkele gemeenschappelijke trancheermessen, werd er geen bestek op tafel gelegd. De gasten brachten hun eigen mes en lepel mee. Men sneed zelf het vlees van de botten.

Glazen, kommen of mokken
Drinkgerei kon van alles zijn: van een houten nap tot vergulde zilveren bekers. Aan het einde van de Middeleeuwen verschenen er ook drinkglazen. Een kom, beker, glas of bokaal werd vaak gedeeld door disgenoten. Na het drinken veegde men de rand waaraan men genipt had schoon, vervolgens werd de beker aangeboden aan de volgende etensgast.

Grote gerechten
Het voedsel werd in grote, gemeenschappelijke schalen en schotels op tafel gezet. Men at gezamenlijk uit deze schalen. Wat grotere stukken legde men op het eigen (brood)bord om in handzame stukken te snijden. Bij maaltijden voor grotere aantallen disgnoten, werden de schalen per vier of zes personen over de tafels verdeeld. Het aantal personen dat een schotel van een bepaald gerecht moest delen, was afhankelijk van de status van deze personen. De gastheer en eregasten kregen een schotel voor zich. Hun porties waren dus veel groter. De gastheer kon zijn gunst aan iemand bewijzen, door deze een portie van zijn eigen schotel te laten presenteren.

De tafel werd versierd al naar gelang het seizoen: bloemen in het voorjaar, zomerfruit en -bloemen in de zomer, druiven en noten in de herfst, en groene takken en bladeren in de winter.

Met je handen eten
De middeleeuwse maaltijd werd netjes gegeten, ook en juist vooral omdat men met de handen at. Men gebruikte één hand, en daarvan slechts de duim, en wijsvinger en eventueel middelvinger. Van de vingers kwamen alleen de bovenste vingerkootjes met het voedsel in aanraking. De vingers en mond werden discreet aan het servet of de rand van het tafellaken af geveegd. Voor sauzen en vloeibare gerechten werd een lepel gebruikt.

Bron: Christianne Muusers – Pauwen en Pasteien – een middeleeuwse maaltijd