Kastelen bestaan soms al meer dan 1000 jaar. In al deze jaren zijn veel verschillende gerechten en ingrediënten de keuken gepasseerd. Dingen die we nu heel normaal vinden om te eten waren niet altijd te vinden in de Nederlandse keuken. Ook verschilde het eten in de kasteelkeuken enorm van het eten dat in andere keukens te vinden was. We nemen hier een kort kijkje in de kasteelkeuken door de verschillende eeuwen heen.
De middeleeuwse kasteelkeuken
Wat mensen in het verleden, en vooral in de middeleeuwen, aten hing meestal vast aan het seizoen. Je kon namelijk alleen de dingen eten die op dat moment in seizoen waren in jouw eigen regio. Er was geen manier om het meeste eten lang te bewaren en er was ook geen manier om het over grote afstand te vervoeren. Dit hield in dat het dieet van mensen in de Nederlanden vooral bestond uit wat hier werd verbouwd. Ook zou iemand die aan zee of een rivier woont bijvoorbeeld vaker vis eten dan iemand die daar niet woont.
Natuurlijk verschilde het dieet van de rijke kasteelbewoners wel heel veel van wat de rest van de bevolking at. De meeste mensen aten vooral granen en peulvruchten en vulde dit misschien soms aan met wat fruit, vlees of vis maar kasteelbewoners konden zich veel meer veroorloven. Zij aten niet alleen veel meer vlees, vis en fruit maar konden ook gebruik maken van bijvoorbeeld suiker en andere specerijen om hun maaltijden smakelijker te maken.
Vroege buitenlandse invloeden
In de late middeleeuwen en de renaissance veranderde er steeds meer in het eetpatroon van de Nederlandse adel door de invloeden van de Arabische wereld en later ook Amerika en Azië. De contacten met nieuwe gebieden zorgde voor nieuwe ingrediënten, specerijen en kooktechnieken in de Nederlandse keuken.
Zo kwam door Arabische invloeden de banketbakkerij ook naar Noord-Europa en werden amandelen en andere noten steeds belangrijkere ingrediënten. Ingrediënten als aubergines, citrusvruchten en rijst werden geïmporteerd uit de Arabische wereld en tomaten, paprika’s en courgettes kwamen uit Amerika.
Industrialisatie en de keuken
De industrialisatie zorgde voor een grote verandering in het eetpatroon van de Nederlanders. Ineens waren ze niet meer zoveel gebonden aan seizoen voor wat ze aten. Met de introductie van het conservenblik en weckpotten konden dingen ineens veel beter worden bewaard en kon je dus ook dingen eten die buiten het seizoen waren.
Ook werd het vervoer van voedsel door stoomtreinen en stoomschepen enorm versneld waardoor men nog minder afhankelijk werd van de lokale landbouw. Later met de introductie van de ijskast en uiteindelijk koelkast veranderde er opnieuw veel in de houdbaarheid van producten en daarmee ook in het eetpatroon van mensen.
Bronnen:
Jozef Schildermans, Hilde Sels en Marleen Willebrands, Lieve Schat, Wat vind je lekker? Het Koocboec van Antonius Magirus (1612) en de Italiaanse keuken van de renaissance (Leuven 2007).
Eet!verleden, Een kleine geschiedenis van de Nederlandse keuken (geraadpleegd op 25-10-2023) https://eetverleden.nl/een-kleine-geschiedenis-van-de-nederlandse-keuken/.
Verhalenwerf, Eten door de eeuwen (geraadpleegd op 25-10-2023) https://www.verhalenwerf.nl/page/736/eten-door-de-eeuwen.
Afbeeldingen:
Afbeelding 1: De welvoorziene keuken, Joachim Bueckelaer, 1566, Rijksstudio.
Afbeelding 2: De keuken, Willem Joseph Laquy, ca. 1760 – ca. 1771, Rijksstudio.