Net als binnen in een kasteel of buitenplaats loopt ook daarbuiten veel personeel rond. Zowel in de stallen en de garages als in de tuinen. Kasteeltuinen waren en zijn vaak nog steeds een groot kunstwerk en hadden veel onderhoud nodig. Vaak was er een heel team aan tuinmannen die hielpen om de tuin er altijd prachtig uit te laten zien. Aan het hoofd van de tuinmannen stond de tuinbaas, die niet alleen het andere personeel aan stuurde maar ook soms zelf de tuin ontwierp.
De tuinbaas
De tuinbaas was een personeelslid met een aparte rol en status. Een tuinbaas was iemand die meestal een opleiding had gehad en stond alleen daarom al vaak “boven” de rest van het personeel. Daarnaast moest de tuinbaas niet alleen veel kunde hebben van het tuinieren en soms het ontwerpen van tuinen maar hij moest ook leiding kunnen geven aan het andere tuinpersoneel. De tuinbaas was namelijk ook verantwoordelijk voor het andere tuinpersoneel zoals de tuinknechten.
De kasteeltuinen waren vaak zo groot dat de tuinbaas het nooit allemaal alleen zou kunnen verzorgen. Het ging namelijk vaak om verschillende soorten tuinen die te vinden waren bij een kasteel. Er waren niet alleen mooie en grote pleziertuinen maar ook nutstuinen zoals moestuinen en boomgaarden die onderhouden moesten worden.
Het werk van een tuinbaas was zo belangrijk en uitgebreid dat een tuinbaas vaak ook zijn eigen woning kreeg. De tuinmanswoning zorgde ervoor dat een tuinbaas dicht bij het kasteel en de tuin kon wonen. Het gaf wat extra luxe dan een normale dienstslaapkamer op het kasteel. Een tuinbaas kon hier zelfs samen met zijn familie wonen waardoor hij ook makkelijker langer in dienst kon zijn.
Tuinbaas van Duivenvoorde
Kasteel Duivenvoorde heeft een goed voorbeeld van een tuinbaas die niet alleen zelf lang in dienst was maar een hele familie die hier generaties lang in dienst was. Willem Gussekloo begon in 1841 als tuinbaas bij kasteel Duivenvoorde. Niet alleen de vader van het gezin was er werkzaam als tuinbaas maar ook de zonen waren werkzaam als tuinknecht en zijn vrouw maakte de groentes schoon voordat ze naar het kasteel gingen.
De jongste van de twee zonen, Dirk, werd daarna zelf ook tuinbaas op Duivenvoorde. Onder zijn leiding werden de tuinen nog meer uitgebreid en kwam er een tweede grote moestuin bij. Ook zijn zoon van Dirk, Willem Gerard werd na hem tuinbaas op Duivenvoorde in 1909. In de loop van zijn dienstjaren zag hij het aantal tuinknechten en daarmee ook de toestand van de tuin flink afnemen. Zijn liefde voor de tuin en het vak zijn echter altijd gebleven en hij ging pas met pensioen toen hij 85 was.
Vrijwilligers
Ook nu zijn er nog veel mensen nodig om onze prachtige kasteeltuinen te onderhouden. Sommige kastelen en buitenplaatsen hebben hiervoor personeel maar veruit de meeste kastelen maken vooral gebruik van vrijwilligers. Zij doen er nog steeds alles aan om dit erfgoed te behouden en letterlijk te doen bloeien voor de toekomst.