De klimaatverandering slaat toe. Aanzienlijk eerder dan verwacht. Oost Nederland verdroogt, ondanks de regenval die deze zomer af en toe voor aanvulling zorgde en zorgt. Het is echter onvoldoende. Vooral op de hogere zandgronden groeit het tekort aan water uit tot een groot probleem voor boeren, natuur, maar ook voor landgoederen, kastelen en buitenhuizen. Wat te doen?
“De situatie door de droogte op de landgoederen en buitenplaatsen is onderbelicht. Er is te weinig oog voor,” signaleert Heidi van Limburg Stirum, directeur van de Nederlandse Kastelenstichting (NKS) en zelf bewoonster van een buitenplaats bij Olst.
Duidelijk is al dat de parken en tuinen met hun historisch groen en markante bomen, te lijden hebben onder de klimaatverandering. Dat geldt zeker ook voor de monumentale gebouwen. Als bijzonder voorbeeld noemt ze de kastelen en havezates, waarvan de grachten droog vallen. Dat is funest voor de houten fundering waarop veel van deze bouwwerken rusten. Dat hout gaat rotten als het niet onder water staat, met alle gevolgen van dien. “Droogte is een blijvend fenomeen, dat water komt niet meer terug. ”Kortom, er moet het nodige gebeuren om de landgoederen en buitenplaatsen van voldoende water te voorzien, met name op de hoge zandgronden. Anders wordt, volgens haar, het karakter van het historische landschap in het oosten aangetast. “De aaneenschakeling van de vele, vaak kleinere historische buitenplaatsen en landgoederen zijn beeldbepalend voor het landschap in Overijssel. Dat beeld mag niet verloren gaan. Nu gaat nog te vaak veel geld en inspanning naar individuele grote projecten maar vergeet de kleinere niet. ”De eigenaren kunnen het niet alleen oplossen. Ze pleit voor een overkoepelende aanpak – een Delta-plan – met een gebiedsgerichte aanpak, waarbij alle partijen betrokken zijn. “Daarbij vrees ik dat we ons ook langzaam realiseren, dat we niet alles kunnen behouden. We moeten het geld zo strategisch mogelijk inzetten.”