HISTORISCHE CONTEXT
In 1789 schudde Europa op haar grondvesten. In Frankrijk was een revolutie uitgebroken. De revolutionaire opstandelingen riepen een Republiek uit en de Franse koning werd afgezet (en later onthoofd). De principes van de verlichtingen, zoals vrijheid en gelijkheid, stonden centraal in de Revolutie. In 1794 vielen de Franse revolutionaire legers Nederland binnen en verdreven al snel de stadhouder Willem V van Oranje-Nassau. De Fransen en hun aanhangers doopten Nederland om tot de ‘Bataafse republiek’. Napoleon Bonaparte nam echter het roer in Frankrijk over en liet zich in 1804 tot keizer kronen. Napoleon benoemde zijn broer Lodewijk tot koning van Holland. De Franse keizer was echter ontevreden over Lodewijk en besloot in 1810 om Nederland bij Frankrijk zelf in te lijven. In 1815 leed Napoleon zijn definitieve nederlaag bij de slag van Waterloo, waarna de Oranjes nu als koning van het nieuwe koninkrijk der Nederlanden regeerden.
MUZIEK
Tijdens de Franse revolutie was de muziek die tot de classicistische stijl hoorde nog steeds erg populair. De Verlichtingsidealen leidden er echter toe dat klassieke muziek niet langer alleen meer iets van de elite was. Niet alleen de hoge lagen van de samenleving, maar ook de burgers moesten ook van de muziek kunnen genieten. Zo ontstond er onder de burgerij hun eigen muziekleven. Musici in Parijs organiseerden reeksen openbare concerten (onder andere de ‘concerts spirituels’).