Kinderen die van adel waren hoefden vroeger eigenlijk bijna nooit naar school, en toch kregen ze erg goede educatie. Dit kwam doordat zij hun eigen docenten hadden die bij hun in huis woonden, de zogenaamde gouvernantes en gouverneurs. Dit personeel had echter een heel bijzondere rol in het huishouden. Ze waren goed opgeleid, kwamen vaak uit het buitenland en aten zelfs met de familie. Was het wel echt dienstpersoneel?
Wat is een gouvernante?
Een gouvernante is dus eigenlijk een in huis wonende docent. Het is daardoor ook niet hetzelfde als een kindermeisje. Een kindermeisje is er voor de verzorging en vroege opoeding van de kinderen. Ze was vaak zelf ook nog erg jong en kwam uit een armer gezin. In huishoudens waar ze zich niet zoveel personeel konden veroorloven was het vaak een gewone dienstmeid die daarnaast ook nog voor de kinderen moest zorgen.
Een gouvernante had dus een heel andere rol. Zij waren er voor de educatie van de kinderen en om ze klaar te stomen voor hun toekomstige rol als goede vrouw of man van adel. Ze kregen algemene educatie maar ook lessen in de kunsten. Vanaf ongeveer de basisschool leeftijd tot de middelbare schoolleeftijd werden de kinderen toevertrouwd aan de gouvernante.
Gouvernantes uit het buitenland
Veel gouvernantes in Nederland kwamen uit het buitenland en het is vooral opvallend hoeveel er specifiek uit Zwitserland kwamen. Op kasteel Renswoude kwamen wel 12 van de 17 gouvernantes, gouverneurs en kindermeisjes die er tussen 1850 en 1933 hebben gewerkt uit Zwitserland. Hier waren ook wel enkele goede redenen voor.
Ten eerste waren beide landen vooral calvinistisch en hadden ze een gezamenlijke geschiedenis van een strijd om “godsdienstvrijheid”. Daarnaast had Zwitserland ook hele goede scholen voor zowel jongens als meisjes. Ten slotte konden Zwitserse gouvernantes ook heel goed Frans spreken en dit was, zeker binnen de adel, een heel belangrijke taal.
Dienstpersoneel of toch iets anders?
Gouvernantes hadden vaak een interessante en unieke rol in het huishouden. Ze werkten wel voor de familie maar wilde vaak absoluut niet als dienstpersoneel worden gezien. Ze waren dan ook meestal van een heel andere klasse als de rest van het personeel. Ze hadden een opleiding achter de rug en waren dus vaak middenklasse.
Ook waren ze door hun rol nog nauwer met de familie verbonden en kregen ze naast hun rol als onderwijzer later ook vaak een leidinggevende of gezelschapsrol. Gouvernantes mochten zelfs meestal met de adellijke familie mee eten aan tafel. Dit zorgde voor een nog grotere scheiding tussen de rest van het personeel en de gouvernante. Ze was op deze manier ook fysiek ver van hen verwijderd.