In het Rampjaar 1672 bestond de provincie Noord-Holland nog niet. Samen met Zuid-Holland was het gewoon Holland. Net als Zuid-Holland weet ook Noord-Holland zonder veel schade uit het Rampjaar te komen omdat het wordt beschermd door de Oude Hollandse Waterlinie. Een klein hoekje van Noord-Holland viel echter buiten de bescherming van deze linie en raakte dus alsnog betrokken bij het oorlogsgeweld. Hier zijn alsnog enkele kastelen en buitenplaatsen betrokken geraakt bij het Rampjaar.
Holland als veilige haven
Holland was het gedeelte van de Republiek dat ten alle koste beschermd moest worden tijdens het Rampjaar. Hiervoor werd de Hollandse Waterlinie in werking gesteld. Het grootste gedeelte van Holland was hierdoor beschermt tegen de oorlog. Sommige plekken in Noord-Holland waren echter onderdeel van deze waterlinie en waren daardoor juist het strijdtoneel van de oorlog. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld Weesp en Muiden. In Muiden stond natuurlijk ook het Muiderslot dat een sleutelpositie had in de bescherming van Holland. Dit was ook de plek waar Johan Maurits van Nassau, de leider van het Noordelijke gedeelte van de Republiek, in 1673 verbleef.
Amsterdam is in het Rampjaar wel veilig gebleven. Dit zorgde ervoor dat veel eigenaren van kastelen en buitenplaatsen door het hele land terugtrokken naar de stad. Voor veel mensen was een buitenplaats of kasteel slechts een tweede huis. Ze gebruikten dit om aan al het lawaai en de vieze lucht van de drukke stad te kunnen ontsnappen. In het Rampjaar was Amsterdam echter veel veiliger dan hun buitenplaatsen in het oorlogsgebied.
Kastelen in Noord-Holland
Er was echter ook een hele streek in Noord-Holland die niet werd beschermd door deze waterlinie, de Gooi en Vecht streek. Dit betekende dat in deze streek wel verschillende dorpen, steden, kastelen en buitenplaatsen slachtoffer zijn geworden van het oorlogsgeweld. We weten van 4 kastelen en buitenplaatsen in Noord-Holland dat ze zijn beschadigd of soms geheel verwoest tijdens het Rampjaar.
Kasteel Sypesteyn was één van deze kastelen. Het werd niet alleen slachtoffer van beschadigingen maar was ook betrokken bij de binnenlandse politieke problemen. De bewoners van het kasteel hadden namelijk een zeer goede relatie met de gebroeders de Witt. De gebroeders de Witt waren belangrijke politieke figuren die in het Rampjaar publiekelijk zijn vermoord in Den Haag. Lees hier meer over in het artikel over Zuid-Holland.
De andere drie kastelen en buitenplaatsen die zijn beschadigd in het Rampjaar waren er veel erger aan toe. Kasteel Ten Bosch werd bijvoorbeeld geheel verwoest door de Fransen. De ruïne is na het Rampjaar afgebroken en nooit meer herbouwd. De twee andere kastelen, kasteel Nederhorst en de Hoge Dreuvik, zijn ondanks de grote verwoestingen na het Rampjaar wel herbouwd.
De Hoge Dreuvik
Vooral de vernietiging en herbouw van de Hoge Dreuvik is een interessant verhaal. Deze buitenplaats werd net als veel andere buitenplaatsen verwoest omdat de brandschatting niet was betaald. Een brandschatting is een bedrag dat de Fransen vroegen om het gebouw niet te verwoesten. De eigenaar van deze buitenplaats, de bekende admiraal van de Nederlandse vloot Cornelis Tromp, betaalde deze brandschatting niet en dus werd het gebouw verwoest. Tromp maakte hier na het Rampjaar echter handig gebruik van. Op de plaats van de vorige buitenplaats bouwde hij een geheel nieuw, modern, groot en luxe buitenplaats. De indrukwekkende buitenplaats Trompenburgh staat hier nu nog steeds.
Ook in de andere provincies van Nederland is tijdens het Rampjaar 1672 van alles gebeurd, lees hier meer over op Dag van het Kasteel digitaal. Lees hier bijvoorbeeld over Overijssel, Groningen, Limburg, Noord-Brabant en Zuid-Holland.