Huis te Vliet, gelegen in het dorpje Lopikerkapel bij IJsselstein, heeft de afgelopen jaren een ware metamorfose ondergaan. Het huis is gerestaureerd en heeft een nieuwe bestemming gekregen.
Nieuw elan?
In Huis te Vliet zijn nu woningen gerealiseerd. Dat was voor de renovatie in 2014 wel anders, toen verkeerde het Huis te Vliet in slechte staat. Begin 2010 kreeg het voormalig kasteel een rijkssubsidie. Samen met zeven andere monumenten in de provincie Utrecht ontving het een bedrag van ruim 6,5 miljoen euro. Om de restauratie uit te voeren werd in 2014 de vennootschap onder firma ‘Huis te Vliet’ opgericht. Deze vennootschap diende in hetzelfde jaar een bouwplan in bij de gemeente Lopik. Het betreft de grondige restauratie van het huis, de splitsing ervan in vijf wooneenheden en de bouw van veertien woningen binnen de buitenste omgraching. De vennootschap heeft de eigenaar van het perceel naast Huis te Vliet bereid gevonden zijn agrarische bedrijfsactiviteiten te beëindigen, waardoor op dit perceel vier nieuwe woningen gebouwd kunnen worden. Al in 1992 waren er plannen om Huis te Vliet te restaureren. De plannen en bijbehorende financiering waren echter niet naar tevredenheid van de eigenaar, waardoor de restauratie werd afgeblazen. Dat is nu niet het geval. Op 1 mei 2014 is de restauratie van het huis van start gegaan.
Redden wat er te redden valt?
De Werkgroep Bedreigde Kastelen en Buitenplaatsen ziet de lastige positie waarin de lokale overheid zich bevindt. Door de terugtrekkende centrale overheid is de gemeente Lopik verantwoordelijk voor het onderhouden van het rijksmonument. Het verminderen of zelfs stoppen van restauratiesubsidies dwingt lokale overheden andere financieringsbronnen te vinden voor haar restauratieprojecten. Om het gebouw te behouden, moet er dus geld gevonden worden. In dit geval heeft men het gevonden door in te stemmen met de bouw van nieuwe woningen binnen en in de directe omgeving van het monument. Voor Huis te Vliet lijkt dit de enige optie om in ieder geval iets van de historische buitenplaats te redden. Jarenlange verwaarlozing van het huis en verrommeling van de directe omgeving hebben de buitenplaats sterk aangetast. Ondanks de versloffing van de omgeving sinds 1927, toen de buitenplaats werd verkaveld en verkocht, zijn er nog verschillende andere historische elementen uit verschillende perioden van de lange geschiedenis van deze kleine buitenplaats aanwezig. Door de geplande ‘verstedelijking’ rondom het object zal dit nog bestaande samenspel van de historische omgeving van het Huis nog verder verdwijnen.
Nieuwe inzichten
De huidige restauratie levert interessante nieuwe inzichten op over de bouwgeschiedenis van Huis te Vliet. Hoewel de eerste vermelding van het kasteel pas dateert uit 1375, moet op basis van de gevonden bouwhistorische kenmerken aangenomen worden dat het huis in de dertiende eeuw gebouwd is. Het gebouw bestond in deze periode uit een vierkante toren van bijna 12 x 11 meter. In de zestiende eeuw (1538) krijgt Huis te Vliet de status van ridderhofstad. Hiermee gepaard ging een fikse verbouwing. Een groot deel van het muurwerk van het huidige gebouw dateert uit de zestiende eeuw. Ook bleek dat het huis, in tegenstelling tot wat algemeen werd aangenomen, niet is verwoest door de Fransen tijdens het rampjaar 1672. Het zestiende-eeuwse muurwerk is in dusdanige staat dat van een complete vernieling geen sprake kan zijn geweest. In 1815 werd het huis verkleind door de sloop van het linkerdeel. Vervolgens werd het gebouw in 1856 weer vergroot tot een rechthoekig huis met een fors zadeldak. In 1936 werd Huis te Vliet geveild nadat de laatste bewoner, baron Van Hardenbroek, de buitenplaats in 1927 had verlaten. De koper, de heer Van de Hoef, had een fruitgrossierderij en een conservenfabriekje en Huis te Vliet kreeg een woon- annex bedrijfsbestemming. Van de Hoef liet het negentiende-eeuwse dak zakken nadat hij de tweede verdieping van het huis afgebroken had. Ook haalde hij het bordes met de trap naar de entree op de eerste verdieping weg. Verder bouwde Van de Hoef de oranjerie op het terrein om tot twee woningen. Het gebouw staat er nog, maar is onherkenbaar verbouwd.
Muren en toegangen
Het huidige huis te Vliet bevat muurwerk van de dertiende-eeuwse woontoren en van de laat zestiende-eeuwse ridderhofstede. Op het huidige begane grondniveau is nog veel, zo’n 60 procent, van het dertiende-eeuwse metselwerk van de kelder aanwezig. De toren kende mogelijk maar één bouwlaag boven een kelder. Deze was via een muurtrap in de 2,5 meter dikke muur te bereiken. De dikte van de muren en de aanwezigheid van een waterput in de kelder wijst erop dat deze in tijden van oorlog kon worden verdedigd. De toegang tot het huis bevond zich in het midden van de zeventiende eeuw nog aan de achterzijde. In de tweede helft van de zeventiende eeuw heeft men de entree verlegd naar de andere kant van het huis, waarmee ook het voorplein verschoof. Aan weerszijden van het voorplein werden de bouwhuizen gebouwd en werd ontsloten door een toegangshek aan het eind van de oprijlaan. Ook de oprijlaan zuidelijk van het huis, de Notenlaan genaamd, is nog aanwezig en dateert waarschijnlijk uit het laatste decennium van de zeventiende eeuw. In deze periode werd er ook een zogenaamd Sterrebos aangelegd in de tuin. Veel van de bomen die in dit stadium van de buitenplaats werden aangeplant, zijn begin twintigste eeuw gerooid, waarna het landgoed werd verkaveld en de tuinen als weiland in gebruik werden genomen. Het kasteel ligt op 1/3 van een langgerekt perceel en is gebouwd binnen de twaalfde-eeuwse strokenverkaveling. Achter het huis lagen tuinen, met in de tuin het dichts bij het huis een vijver. De tuinen werden in de achttiende eeuw omgeven door grachten die nu gedempt zijn. Sommige delen van de gracht waren nog aanwezig in de eerste helft van de twintigste eeuw. In 1936, tijdens de veiling, lag er nog een gracht om Huis te Vliet. De huidige sloten aan de achterzijde laten de loop ervan nog zien.
Ambivalentie
Er zijn dus zowel in het huis als in de directe omgeving nog vele historische resten aanwezig. Door de restauratie en het bijbehorende onderzoek is ons inzicht in de geschiedenis van het gebouw, maar vooral in de buitenplaatsbiotoop verdiept. De Werkgroep Bedreigde Kastelen en Buitenplaatsen wil met de casus Huis te Vliet twee ontwikkelingen in de omgang met buitenplaatsen onder de aandacht brengen: enerzijds de gangbare concentratie op de hoofdvorm, waardoor het gebouw weliswaar behouden blijft, maar zeer intensief moet worden geëxploiteerd om voldoende financiën te genereren. Anderzijds vreest de werkgroep dat het ensemble van buitenplaats en biotoop (omgeving), van groot belang voor de waardering en de beleving van het monument, steeds vaker geofferd zal worden in de zoektocht naar economische dragers. Dat gaat lijnrecht in tegen de huidige opvattingen over monumenten: niet het gebouw zelf maar het gebouw in zijn omgeving dient centraal te staan. De werkgroep pleit daarom voor een kritische benadering van herbestemmingsplannen.
Dit artikel is eerder verschenen in Kasteel & Buitenplaats, editienummer 48, 2015
Afbeeldingen:
Afbeelding 1: Huis Te Vliet, tekening uit ca. 1760 – foto via Wikimedia Commons. Bron: File:HUA-107486-Gezicht op het omgrachte kasteel Huis Te Vliet bij Lopikerkapel gemeente Lopik uit het noordoosten met linksachter een van de bijgebouwen op het voorp.jpg – Wikimedia Commons
Afbeelding 2: Huis te Vliet, foto uit ca. 1900 – foto via Werkgroep Behoud Lopikerwaard. Bron: Jaargang 31, nr. 98 Februari 2011 – PDF Free Download (adoc.pub)
Afbeelding 3: Schouw Huis te Vliet – foto via Huis te Vliet. Bron: Huis te vliet | GESCHIEDENIS
Afbeelding 4: Restauratie Huis te Vliet – foto via Wikipedia. Foto door: Jan Dijkstra. Bron: Bestand:Het Huis te Vliet in retauratie in Lopikerkapel.jpg – Wikipedia