fbpx Skip to main content

PROGRAMMA OVER DE GRENS 2019

Tijdens Dag van het Kasteel zetten verschillende buitenplaatsen en kastelen hun deuren open om bezoekers de kans te geven om in een unieke historische setting een muzikale tijdreis naar het verleden te maken. Bij het deelprogramma De Indische Periode zullen er onder andere verschillende bewerkingen van traditionele krontjongliederen door Constant van der Wall ten gehore worden gebracht. Het strijktrio AlLuTe brengt het grotendeels vergeten en ondergewaardeerde krontjongmuziek uit het huidige Indonesië weer tot leven in de prachtige setting van het 19de-eeuwse landgoed Doornveld.

MUSICI

De muziek voor het deelprogramma De Indische periode zal worden verzorgd door het strijktrio ‘Alute’, bestaande uit Alexandra Ruisz, Luca Altdorfer en Teodora Nedyalkova.

Alexandra Ruisz

Luca Altdorfer

Teodora Nedyalkova

LOCATIE

De buitenplaats Doornveld stamt uit 1861. Het witgepleisterde huis is een voorbeeld van de eclectische stijl. Na een grondige renovatie is het pand sinds 1988 in gebruik als kantoor. Sinds 2014 is het architectenbureau Six Architects in het huis gevestigd. De voorouder van de huidige eigenaar was een theeplanter in Indonesië. Buitenplaats Doornveld is daarom een zeer geschikte locatie voor het muziekprogramma De Indische periode van Dag van het Kasteel.

ADRES

Buitenplaats Doornveld
Driebergsestraatweg 27
3941 ZS Doorn
Utrecht

PRAKTISCHE INFORMATIE

(UITVERKOCHT) Het concert duurt ongeveer 50 minuten. Tickets voor een uitvoering kosten €10,- per stuk. Landgoed Doornveld is particulier bezit en doorgaans niet geopend voor publiek. Mis daarom deze kans niet!

VOORSTELLING 1: 12:00
VOORSTELLING 2: 14:00
VOORSTELLING 3: 16:00
HISTORISCHE CONTEXT

De Nederlanders waren al sinds het einde van de 15de eeuw actief in de Indonesische archipel. In 1602 versterkte de oprichting van de V.O.C. de aanwezigheid van de Nederlanders in Indonesië die hun machtsbasis uiteindelijk in Batavia (het huidige Jakarta) op het eiland Java kregen. De V.O.C. verdreef de reeds aanwezige Portugese handelaren en vestigde een monopolie in de handel van specerijen, zoals nootmuskaat. De Nederlandse bezittingen in Indonesië kwamen in 1816 als kolonie in bezit van het koninkrijk der Nederlanden. In de loop van de 19de eeuw werd het gebeid dat Nederland in Indonesië langzaam uitgebreid. In 1830 werd het beruchte cultuurstelsel ingevoerd. De lokale bevolking was doormiddel van pacht verplicht een deel van grond beschikbaar stellen voor producten voor de Europese markt (zoals koffie en suikerriet). Het cultuursysteem was zeer onpopulair bij de lokale bevolking, maar kreeg ook kritiek vanuit Nederland zelf. Het bekendste voorbeeld hiervan is het boek Max Havelaar. De expansie van Nederland zou tot 1920 voortduren toen de huidige grenzen van Indonesië werden bereikt. In 1945 riep Indonesië de onafhankelijkheid uit. De Nederlandse regering greep ten eerste militair in, maar erkende onder internationale druk in 1949 de onafhankelijkheid van Indonesië.

MUZIEK

Krontjong is als muziekstijl moeilijk te omvatten. Binnen het muziekgenre zijn veel verschillende stijlen. De instrumentatie van de muziek is in de loop van de jaren ook veel veranderd. De krontjongmuziek ontstond dicht bij Jakarta (Batavia) onder de door de Portugese cultuur beïnvloede vrijgemaakte slavengemeenschap (Mardijkers). De Portugese muziek mengde zich met de lokale Indonesische muziek en later met andere westerse muzikale invloeden. Dit mengsel van muziekvormen uit verschillende regio’s vormde de unieke muzieksoort: Krontjong. De muziek verspreide zich doormiddel van zeelui naar andere grote havensteden, zoals Samarang en Surabaya. Vanaf het einde van de 19de eeuw begon de krontjongmuziek steeds populairder te worden. Rond eind jaren ‘20 was het de populairste muziek onder een breed publiek in heel Nederlands-Indië. Bij de Indische jeugd werd in de jaren ‘50 de muziek die later bestempeld zou worden als ‘Indorock’ populair. Deze nieuwe muziek werd echter nog wel beïnvloed door de krontjongmuziek, bijvoorbeeld door technieken als ‘gadahngang’ (tokkelen).