Ooit zorgde Napoleon voor een goed wegenstelsel in Nederland. Na zijn val liet de eerste koning van Nederland, Koning Willem I (1772 – 1843), overal kanalen graven. In Nederland was het aanleggen van kanalen -door de geringe hoogteverschillen- vrij eenvoudig. De bekendste onder Koning Willem I gegraven kanalen zijn het Noordhollandsch Kanaal en de Zuid-Willemsvaart. Het leverde hem de bijnaam ‘Kanalenkoning’ op.
Noord-Willemsvaart
Later kreeg ook Drenthe (onder Koning Willem III) kanalen om het veenland open te leggen, turf te winnen en af te voeren. In 1861 werd daarom tussen Groningen en Assen de Noord-Willemsvaart gegraven: 38 kilometer lang en 2 meter diep. Dit keer niet in opdracht van de overheid, maar door een commerciële maatschappij. De vaart werd later Noord-Willemskanaal genoemd. Het kanaal kent drie schutsluizen om schepen op- of af te schutten naar hoger c.q. lager gelegen water. Tot ver in de 20e eeuw werden waterwegen gebruikt voor massatransport. In de jaren ’60 is het Noord-Willemskanaal verbreed, zodat het ook voor grotere schepen bevaarbaar werd.
Zwemmen
Het landgoed Bosch en Vaart bestaat sinds 1881. Ook toen gingen Groningers ’s zomers al graag de stad uit. Rijke Stadjers lieten de mooiste buitenplaatsen bouwen met lommerrijke parken. Zo ook Hermannus Inden uit Grun. Hij liet zijn woonhuis Villa Anna noemen en langs de vaart liet hij tuinen met mooie waterpartijen aanleggen. De benodigde zomerkleding werd per boot vervoerd naar het landgoed. Zelf nam Hermannus liever de koets dan de boot. Op zonnige, warme dagen werd er gezwommen in de grote vijver voor het grote huis. Er waren privébadhokjes voor de bewoners van het landgoed. Er moet zelfs nog ergens een foto zijn van de vrouw des huizes, die met een kruiwagen het water ingeschoven werd. De foto’s van de huisfotograaf zijn verdwenen, ook navraag bij het Drents Archief leverde geen mooie badplaatjes op.
Reeën
Niet alleen de bewoners van Landgoed Bosch en Vaart namen af en toe een duik; ook de reeën doen dat soms, alleen ongewild. Ze hebben dan namelijk even niet in de gaten dat hun sprong in de vaart eindigt. Om er weer uit te kunnen klimmen zijn er rond het jaar 2000 verschillende uittreeplaatsen gemaakt in het Noord-Willemskanaal: een verlaagde kade.
Eigen waterbeheer
De planten in de Oranjerie van het landgoed en de jonge struiken in de tuinen worden bewaterd met water uit de vaart. In overleg met het Waterschap mag het landgoed zelf het waterbeheer op het landgoed regelen. Zo kunnen de kleppen van het irrigatiesysteem door de tuinman (verder) open of dicht gezet worden.
Voor meer informatie over het landgoed, het bestellen van het prachtige boek en de contactgegevens voor het maken van een afspraak voor een rondleiding, zie https://www.landgoedboschenvaart.nl/.
