fbpx Skip to main content

Monument in kasteel Tongelaar

Tongelaar | Noord-Brabant

01 april 2020 | Nationaal Comite 4 en 5 mei


Het monument in kasteel Tongelaar te Mill (gemeente Mill en Sint-Hubert) is opgericht ter nagedachtenis aan vijf Nederlandse militairen van het 3-I 6e Regiment Infanterie die op 10 mei 1940 in de strijd tegen de bezetter zijn omgekomen. Kasteel Tongelaar van rond 1292 was in de meidagen van 1940 in gebruik als kwartier van het 3-I-6e Regiment Infanterie dat was betrokken bij de strijd om Mill op 10 en 11 Mei 1940.

De namen van de vijf gesneuvelde militairen luiden: A.M. Horvers, P.J. Paulussen, J.C. Roelands, C.F. Schrauwen en H.J.C. Sips.

De Peel-Ramstelling, een zwak bezette linie
In het kader van de mobilisatie besloot de Nederlandse regering in juli 1939 tussen Griendtsveen en de Raam een defensieve waterweg aan te leggen, genaamd het Peelkanaal. Het maakte deel uit van de Peel-Raamstelling, die vanaf Grave langs het riviertje de Raam en door het Peelgebied naar de Belgische grens ten zuidwesten van Weert liep. In die stelling vormde Mill een militair belangrijke plaats.

Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het kanaal gereed en in staat van verdediging gebracht. Op de westelijke oever waren met onderlinge afstanden van 200 tot 400 meter kazematten gebouwd. In de meeste sectoren lag achter deze kazemattenlinie nog een tweede lijn, opgebouwd uit hout en grond gemaakte veldversterkingen. Prikkeldraadversperringen, hier en daar aangevuld met mijnenvelden, versterkten de verdedigingslinie.

Aanvankelijk werd de Peel-Raamstelling aangelegd in het verlengde van de Grebbelinie. Maar toen men besefte dat de stelling niet aansloot op de Belgische verdediging en er onvoldoende troepen waren, werd de stelling een zwak bezette linie, waarmee men de oprukkende vijandelijke troepen wilde vertragen, zodat in de ‘hoofdverdediging’ de laatste voorbereidingen konden worden getroffen.

Aanval vanuit de trein
Dwars door de stelling liep een van de weinige oost-west lopende spoorlijnen, van het Duitse Goch, via de Maasbrug bij Gennep naar Tilburg. Op 10 mei 1940 vond over dit spoor een opvallend transport plaats. In de vroege ochtend reed een Duitse pantsertrein, gevolgd door een troepentrein (bestaande uit een locomotief en 23 wagons), ongehinderd naar het dorpje Zeeland (ten westen van Mill), waar een infanteriebataljon van circa 1.000 man werd afgezet.

Het transport kwam als een volslagen verrassing voor de Nederlanders. In de sector Mill waren circa 2.000 Nederlandse militairen gelegerd, die deel uitmaakten van I-6 en I-3 Regiment Infanterie. De spoorlijn nabij het spoorbruggetje over het Peelkanaal werd alsnog snel versperd met ijzeren balken en opgegraven landmijnen. Toen de pantsertrein even later terugreed, liep hij door de asperges met een donderend lawaai uit de rails. Verschillende wagons tuimelden van de spoordijk en de rails werden verwrongen.

Het bij Zeeland uitgeladen Duitse bataljon viel in noordoostelijke richting aan, maar stuitte al snel op een kort tevoren bij Mill gearriveerde III-20 Regiment Artillerie. Dit onderdeel was slechts bewapend met twaalf stokoude kanonnen uit het jaar 1880 (zogenaamde ‘8 Staal’) en een klein aantal pioniers voor het leggen van landmijnen. Door het geschut snel te draaien, waardoor de vuurmonden over elkaar heen moesten schieten, lukte het de kanonniers het aanstormende Duitse bataljon terug te slaan.

In de noordelijke richting gestuit, zochten de Duitse militairen hun heil in het zuiden en oosten. De zuidelijke aanval werd afgeslagen door een gemengd groepje infanteristen en keukenpersoneel. Een derde aanval in oostelijke richting langs de spoorweg had meer succes. Door een actie in de rug wisten de Duitse troepen een aantal kazematten te overrompelen, waardoor er een gat in de verdedigingslijn ontstond. Vervolgens probeerden ze opnieuw naar het noorden op te trekken, maar ze werden tegengehouden door het handjevol verdedigers van een commandopost.

De situatie bij Mill noopte tot ingrijpen. Die taak werd toegewezen aan het 2de Regiment Huzaren-Motorrijders, dat uit slechts 500 man bestond. Vroeg in de middag vielen de huzaren aan en wisten een gedeelte van het bezette stellinggebied, inclusief een aantal kazematten, te heroveren. Bij deze actie werd ook de achtergebleven Duitse goederentrein in brand gestoken.

De Peelstelling in het nauw
Inmiddels waren de eerste Duitse troepen de Maas overgestoken en raakte de Peelstelling bij Mill in het nauw. Hier waren twee complete Duitse divisies (254ste en 256ste) gearriveerd, bestaande uit meer dan 30.000 man. Er ontstonden hevige gevechten, maar de Nederlanders hielden stand. Aanval na aanval werd afgeslagen. De Duitse troepen moesten ten slotte hun luchtmacht te hulp roepen. Van zes tot zeven uur ‘s avonds volgde een verschrikkelijk bombardement van de beruchte ‘Stuka’ duikbommenwerpers.

Terwijl de Nederlandse militairen dekking zochten, maakten de Duitse soldaten met lichtkogels hun positie kenbaar om niet geraakt te worden. Direct na het bombardement vielen de Duitse troepen weer met grote kracht aan. De bezetter slaagde er in de late avonduren in bij Mill over het Peelkanaal te komen en een bres in de verdediging te slaan. De divisie drong in nachtelijke gevechten door naar het noorden. De toestand werd hopeloos en er was ten slotte geen houden meer aan. Tot in de morgen van 11 mei moesten de Duitse troepen vechten om de laatste restanten Nederlandse militairen letterlijk uit hun bunkers te schieten.

In de strijd bij Mill zijn 32 Nederlandse militairen gesneuveld. De Duitse verliezen bedroegen een veelvoud daarvan. Het oorlogsgeweld kostte het leven van negen burgers. In Mill waren vele tientallen boerderijen, woningen, fabrieksgebouwen en stallen verwoest. Ongeveer 400 inwoners waren dakloos geworden.

Dienstplichtig soldaat ‘Jos’ Horvers sneuvelde op 11 mei 1940 en werd aanvankelijk als ‘onbekende soldaat’ begraven bij het kasteel Tongelaar te Mill. Een paar maanden later werd zijn stoffelijk overschot gevonden in de kazemat tegenover Kanadabosch op de Bosschen. Pas op 26 juni 1940 werd zijn identiteit vastgesteld en 27 juni 1940 werd Horvers herbegraven op de R.K. begraafplaats aan de Goirkestraat in Tilburg.


Het monument bevindt zich aan de binnenplaats van kasteel ‘Tongelaar’ in Mill (gemeente Mill en Sint-Hubert).

 

Dit artikel is afkomstig van de website van het nationaal comité 4 en 5 mei – www.4en5mei.nl