In 1953 vond zich de watersnoodramp plaats, ook wel bekend als de Februariramp. De watersnoodramp voltrok zich in de nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari 1953 en werd veroorzaakt door een stormvloed en springtij, waardoor het water in de zuidelijke Noordzee tot extreme hoogte steeg.
Tijdens deze ramp vielen er 1836 doden in Nederland en er verdronken tienduizenden dieren. Daarnaast veroorzaakte het water in Zuidwest-Nederland ook grote schade aan vee, woningen, gebouwen en infrastructuur. Tweehonderd duizend hectare kwam onder water te staan en honderd duizenden mensen verloren hun huizen en andere bezittingen. Het Zuid-Hollandse dorp, Oude-Tonge, was het zwaarst getroffen. Hier vielen maar liefst 305 doden. Voor mensen die het overleefd hebben is deze ramp een herinnering aan een levenslang trauma. Deze ramp zorgde voor de ontwikkeling van een sterk verbeterde kustverdediging met zware stormvloedkeringen, zoals bijvoorbeeld de Deltawerken in Nederland.
Thema 2022
Het rampjaar 2020 is net voorbij: zijn er parallellen met het Rampjaar 1672? Het ene Rampjaar is het andere niet, of toch wel? Een kenmerk is dat iedere tijdgenoot zich direct in het woord herkent. In de loop der eeuwen zijn er rampen genoeg geweest op kastelen en buitenplaatsen om over te vertellen. Een ramp is van alle tijden, is het thema van de volgende Dag van het Kasteel, op 6 juni 2022.