Jonkheer Henri van Sypesteyn bracht met de bouw van zijn kasteel en de aanleg van tuinen, park en bos zíjn mythe van het oude Sypesteyn tot leven. Als een taartpunt ligt het tuinencomplex ingeklemd in de zogenaamde Loosdrechtse ster. Deze ster bestaat uit een groot aantal sloten die vanaf de ronding van de Loosdrechtse dijk samenkomen bij, en hun water lozen in de rivier de Drecht. De familie Van Sypesteyn geloofde dat zij dit land in de 13de eeuw van de Hollandse Graaf Floris V had gekregen. De fundamenten die Henri van Sypesteyn begin 20ste eeuw liet blootleggen, zouden dit bevestigen. Het kasteel, dat vanaf 1912 met oude materialen werd gebouwd, was volgens hem de herrijzenis van het oude stamslot.
Onderzoek heeft inmiddels aangetoond dat de toen gevonden resten niet uit de Middeleeuwen, maar waarschijnlijk uit de 17de eeuw dateren. Uit documenten is bekend, dat Cornelis Ascanius I van Sypesteyn (1638-1673) hier in die tijd een buitenplaats liet bouwen. Het kasteel is dus niet de reconstructie van het oude stamslot, maar een fantasievolle constructie op de fundamenten van dit 17de-eeuwse huis. De mythe van Henri van Sypesteyn viel dus in het water.
Maar hoe zit het met dat water? Van Sypesteyn liet ook beschoeiingen en brughoofden opgraven. Op basis hiervan liet hij de grachten en waterlopen reconstrueren. Waar het kasteel misschien een wat al te vrije interpretatie is van een mythisch verleden, zijn de grachten en waterlopen wel degelijk historische reconstructie.
Het 17de-eeuwse huis lag dan, als een kasteel, achter een opeenvolging van grachten. In de beleving van de jonkheer waren deze grachten en waterlopen aangelegd ter verdediging. Voor hem staafden zij de mythe van het middeleeuwse kasteel. Zoals de grachten en de Amsterdamse Jordaan op de plek liggen van de sloten van oude polders, zo volgen ook de waterlopen op Sypesteyn het patroon van de ‘ster’. Slechts twee van de sloten werden lokaal verbreed en voorzien van een dwarsverbinding. Hierdoor ontstond het eiland waarop Van Sypesteyn zijn kasteel liet bouwen en de slottuin liet aanleggen. Ook in de 17de eeuw was een dergelijk kasteeleiland een passende entourage voor een voorname buitenplaats.
De grachten en waterlopen dragen niet weinig bij aan de uitstraling van Sypesteyn. Al dat water van de ster geeft Sypesteyn een voorname allure. Zoals eerder jonkheer Henri van Sypesteyn, waant ook de 21ste-eeuwse bezoeker zich in een oude Hollandse kasteeltuin. De jonkheer is overleden, de bezoekers zijn passanten. Als iedereen naar huis is, blijft de natuur achter. De watervogels malen niet om allure van kasteel of waterhuishouding van de ster. Woelratten, eenden en zelfs ijsvogels, zijn thuis in en rond het water van Sypesteyn.