De buitenplaats Hofwijck, gelegen aan de Vliet, is het geesteskind van Constantijn Huygens (1596-1687). Dichter, musicus, kunstkenner en secretaris van de prinsen van Oranje. Constantijn sticht zijn beroemde buitenplaats in 1641 en is zelf verantwoordelijk voor het ontwerp ervan in de vorm van een menselijk lichaam. Hij laat zich hierbij inspireren door Vitruvius, de Romeinse architect uit de Oudheid. Daarmee is de tuin van Hofwijck de enige nog bestaande tuin ter wereld die op dit principe is gebaseerd.
Christiaan Huygens, de zoon van Constantijn, is de grootste wetenschapper die ons land heeft gekend. Hij ontwierp het slingeruurwerk, ontdekte de ring rond de planeet Saturnus en berekende dat licht zich voorplant in een slingerbeweging. Christiaan woont en werkt de laatste acht jaar van zijn leven op Hofwijck.
Hofwijck aan het water
Dat Hofwijck aan het water ligt kan geen toeval zijn. Constantijn heeft misschien al in 1620, tijdens zijn reis naar Venetië, het eerste idee hiervoor gekregen nadat hij tussen Padua en Venetië de villa’s van onder andere Andrea Palladio aan de Brenta had zien liggen.
Deze tekening toont hoe ‘zonnig’ het hier op mooie dagen moet zijn geweest. Constantijn zit graag op zijn ‘uitzit in de Vliet’, zijn steiger, vanwaar hij goed zicht heeft op de passerende zeilschepen en trekschuiten. Hij maakt graag een praatje met de schippers, en loopt daartoe dan met ze mee over zijn dijkje langs de Vliet. Dit dijkje heeft hij in zijn gedicht Hofwijck dan ook liefkozend ‘’t liefste pad van al mijn liefste paden’ genoemd.
Het huis links in de verte is het buitenhuis Den Hoonaert, gebouwd in 1648. Thomas van den Honert is een goede vriend van Christiaan Huygens en is vaak te gast op Hofwijck. Den Hoonaart is in 1892 vanwege een verbreding van de Vliet gesloopt.
Naar Hofwijck per trekschuit
Een van de manieren waarop Constantijn van zijn huis aan het Plein in Den Haag naar zijn buitenplaats Hofwijck reist is per trekschuit. Hij stapt dan op in het centrum van Den Haag, aan het huidige Spui. Omdat de schepen worden getrokken door paarden, en niet afhankelijk zijn van wind, is de dienstregeling heel betrouwbaar.
De Haagse Trekvliet voert langs buitenplaatsen de Binckhorst en Cromvliet en mondt na 2,5 kilometer uit in de Vliet. Vandaar is het nog maar een kort stuk naar Voorburg.
Den Haag heeft geen stadsmuren. De bebouwing is daardoor goed zichtbaar, met de Grote of St. Jacobskerk erboven uittorenend. Meer naar rechts zien we het Oude Stadhuis, De contouren van het Stadhouderlijk Kwartier (nu Binnenhof) met de Ridderzaal. Het huis direct rechts daarvan, met de vier schoorstenen, in het Mauritshuis. Het dak dat links daarvan nog nét boven de bomen uitsteekt is het huis van Constantijn.
