fbpx Skip to main content

Reyner van Wijhe, kasteelheer en dijkgraaf in het land van Maas en Waal

Hernen | Gelderland

14 maart 2021 | Alette Barendse


Natte voeten? Dat wil niemand. In het Land van Maas en Waal wordt de strijd tegen het water dan ook al eeuwen gevoerd. Want hoe kun je nu het beste de ‘waterlossing’ voor elkaar krijgen? Wie is daarvoor verantwoordelijk? En, niet onbelangrijk, wie gaat dat betalen?

De gravenzoon Reinald II had hier zo zijn ideeën over. In 1321 legde hij dit als grondwet vast in een zogenoemde ‘dijkbrief’. Zo zijn de eerste waterschappen in de middeleeuwen ontstaan met aan het hoofd de dijkgraaf. Anders dan het woordje ‘graaf’ doet vermoeden is het geen adellijke titel. Wel is het zo dat de titel van dijkgraaf over het algemeen naar landeigenaren ging die een aanzienlijk bezit hadden. Niet onlogisch want zij hadden de meeste baat bij een goede bescherming tegen het water.

In 1544 erft Reyner van Wijhe (1512-1571) kasteel en heerlijkheid Hernen. Het daarop volgende jaar wordt hij benoemd tot burggraaf, richter en dijkgraaf van het Rijk van Nijmegen. Het betekende dat Reyner in zijn ambt als dijkgraaf samen met de raadslieden van zijn heemraden verantwoordelijk was voor het aanleggen van onder andere dijken, weteringen en sluizen en het inspecteren en onderhoud daarvan. Het ambt van dijkgraaf bracht veel geld op omdat hij naast het vaste salaris ook belasting mocht heffen ten behoeve van de waterbeheersing in zijn gebied. Ook kon hij boetes uitdelen aan dorpelingen en boeren die hun dijkvak niet goed onderhouden hadden of het dijkgeld niet betaald. Het was een ambt met veel macht waardoor misbruik zoals afpersing op de loer lag.

Het waterbeheer was op zich goed geregeld maar de geschiedenis leert ons dat gesteggel over betalingen en verantwoordelijkheden schering en inslag was. Niet verwonderlijk dat ook kasteelheer Reyner van Wijhe in conflict kwam. Hij peinsde er niet over de kosten te betalen voor het plaatsen van een nieuwe sluis, de Palicker sluis. Onder zijn vader Joachim was deze sluis verwijderd. Waarschijnlijk wilde Reyner eerst zeker weten dat hij niet zelf voor de kosten van aanleg en onderhoud hoefde op te draaien. Ook ondervond hij weinig bijval van zijn Heemraden om die kosten op dorpen en de aanwonenden van een dijk in het gebied te kunnen verhalen. Het niet willen betalen voor een nieuwe sluis leidde zelfs tot een gerechtelijk proces tegen Reyner van Wijhe. De Palicker sluis is er uiteindelijk niet gekomen.

Bron: H. van Heiningen “Tussen Maas en Waal – 650 jaar geschiedenis van mensen en water” blz. 298 en 299