fbpx Skip to main content

Het trappetje in de keuken van kasteel Heeswijk

Heeswijk | Noord-Brabant

15 maart 2023 | Kasteel Heeswijk


De keuken van een kasteel was vaak hét terrein van het personeel. Zo ook op kasteel Heeswijk. Lees hier meer over hun bijzondere keuken en het mysterieuze kleine trappetje wat er te vinden is. Ook lees je dat de keuken essentieel was voor de verwarming van het hele kasteel en dat er werd geverfd met wel heel bijzondere vloeistoffen.

Water in de keuken
De keuken van het kasteel werd ruim 100 jaar geleden voor het laatst gebruikt. Sindsdien is er weinig veranderd. Hier geen vaatwasmachine en glimmende keukenapparatuur. Sterker nog, de oude pomp was tot voor kort de enige watervoorziening. Er zijn twee kranen te zien, een voor drinkwater en de andere voor schoonmaak. Het water werd vanuit de gracht via een handpomp in de kelder opgepompt en via loden buizen naar het reservoir in de Watertoren gepompt, vanwaar het via buizen langs de buitenmuur naar de keukenpomp werd geleid.

Het trappetje
Achter in de keuken bevindt zich een trapje met bovenaan het draaiplateau voor het doorgeven van de maaltijden, zoals aan jonker Louis die op het Entresol, de tussenverdieping boven de keuken lag. Om hem een seintje te geven dat het eten eraan kwam, werd aan de bel opzij van het trapje getrokken. Dit was erg belangrijk, de jonker was namelijk blind. Door het belletje kon hij horen dat het eten klaar was. Er bevinden zich meerdere belletjes, verbonden met diverse kamers in het kasteel. Zodoende wist het aanwezige personeel precies waar men nodig was.

De keuken verwarmd het kasteel
Midden in de keuken – in het plafond – bevindt zich het rookkanaal met aan het einde een metalen plaat. Hierop staan de gietijzeren kachels, gevuld met wit zand. De warme lucht van het vuur in de keuken steeg op, verwarmde het zand in de kachels en daarmee de kamers. De wandtegels zijn zogenaamde ‘witjes’ uit de 17e eeuw. De keukenvloer is authentiek, van gedraaide gebakken kleitegels uit de 17e eeuw. Ze zijn gemaakt met twee verschillende kleisoorten, zodat een ‘marmer’ effect ontstond.

Verven met bloed?
De wildstandaard diende voor het ophangen van het nodige vlees. In werkruimtes, zoals in deze keuken, werd ossenbloed gebruikt om kleur aan de verf te geven voor het houtwerk. Dit verkreeg men door ossenbloed met verf te mengen. Dat deden ze niet alleen voor de kleur, maar ook met een andere reden: voor eikenhout moest extra belasting betaald worden, en eenmaal beschilderd kon de gebruikte houtsoort niet worden onderscheiden. Door het mengen met bloed ontstond ook nog eens meer verf dat een mooie kleur had, en bovendien langer houdbaar was.