Kasteel De Ruwenberg heeft samen met het kleinseminarie Beekvliet banden met belangrijke gebeurtenissen uit de Nederlandse muziekgeschiedenis tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hier zat een groep gijzelaars vast waaronder beroemde musici, zoals het duo Juda en Baud. Maar er zaten ook veel gijzelaars vast die uit Nederlands-Indië afkomstig waren. Om hun moed te behouden en de tijd te doden zouden ze al snel samen een orkest vormen. De muziek die hier te horen was, was waarschijnlijk dan ook zowel Europese klassieke muziek als Nederlands-Indische krontjong.
Maar ook aan de andere kant van de wereld zaten mannen en vrouwen van Nederlandse en Nederlands-Indische afkomst vast in kampen of werden langzaam doodgewerkt door de bezetters. Ook zij wisten moed te houden en een ogenblik van menselijkheid te creëren door muziek.
De rode draad die door onderstaande muziek loopt is dan ook wat de slachtoffers van de oorlog samenbracht: het uitzichtloze lijden in de kampen – of deze nu in Nederland, Duitsland of op Sumatra of Atjeh lagen – en het samen maken van muziek wat voor een moment hoop bracht en de erbarmelijke omstandigheden even deed vergeten.
Wij hopen je met onderstaande muziek en verhalen van sommige van de gevangenen in de verschillende kampen kennis te laten maken met dit erfgoed van Kasteel De Ruwenberg. Lees hieronder over verschillende musici uit deze periode en beluister hun muziek.
Indische Gijzelaars
Nadat Nederland door de Duitsers was bezet, besloot de regering in Nederland om alle Duitsers en Duitse staatsburgers die in de koloniën verbleven op te pakken en gevangen te zetten. Dit betrof ook missionarissen, burgers en Duitsers die het Nazi regime waren ontvlucht en hun heil in Azië hadden gezocht. In totaal ging het om ongeveer 2800 mensen die werden ondergebracht in een speciaal kamp op Atjeh. Zoals in ieder gevangeniskamp was het leven hier een hel. Er was te weinig voedsel, ziektes heerste en er werden harde strafmaatregelen getroffen.
Als reactie hierop pakte de Nazi’s in juni, september en oktober van 1940 een groot aantal Nederlands Indiërs die in Nederland op verlof waren en een groep prominente Nederlanders op. Deze werden de Indische gijzelaars genoemd, omdat hun gevangenschap een represaille was voor de Nederlandse acties in Indië. Eerst werden ze opgesloten in concentratiekampen Schoorl en Buchenwald in Duitsland. In mei 1942 kwamen ze terug naar Nederland en werden met ongeveer 460 andere Nederlanders geïnterneerd in Klein Seminarie Beekvliet in St. Michielsgestel, op loopafstand van Kasteel De Ruwenberg.
Nadat de oorlog in Azië was losgebarsten met de Japanse aanval op Pearl Harbor op 7 december 1941, werd gevreesd dat de Duitse gevangenen in Indië voor de Japanners zouden gaan spioneren en hierdoor een nog groter veiligheidsrisico zouden vormen. Er werd besloten dat ze naar Brits Indië zouden worden over gebracht waar ze aan de Britten overhandigd zouden worden. Een van de boten werd echter door de Japanners getorpedeerd en zonk. De bemanning en bewakers wisten te ontkomen maar lieten de gevangenen aan hun lot over. Meer dan vierhonderd Duitsers, waaronder veel joden en tegenstanders van het Nazi regime kwamen hierbij om het leven.
In oktober 1942 werden de Indische gijzelaars vanuit kamp Beekvliet overgeplaatst naar Kasteel De Ruwenberg. Waar ze op de 29e met volle bepakking aankwamen. Aangezien de oorspronkelijke reden voor hun internering was weggevallen, kregen ze hier meer vrijheden dan in de eerdere kampen. Door de musici in het gezelschap werd al snel een orkest gevormd dat het Indisch Orkest zou worden genoemd. Er waren ook levendige discussies tussen de verschillende intellectuelen die ook geen zwaar fysiek werk hoefden te verrichten. Tijdens deze discussies werden de beginselen gelegd van wat later de PvdA zou worden.
Ondanks de relatief lichte omstandigheden waren de gevangenen hun leven niet zeker. Ze werden als onderpand gebruikt voor het goed gedrag van het Nederlandse verzet. Tweemaal werden een aantal gevangenen geëxecuteerd als represaille voor verzetsdaden. De eerste keer nadat de plegers van een aanslag op een Duitse trein zich niet bij de bezetters meldden. De tweede keer als represaille voor verzetsdaden gepleegd in Overijssel.
Onder de muziek die het Indisch orkest speelde bevond zich mogelijk krontjong muziek.
Beluister HIER een voorbeeld van deze muziek.
Krontjong
De eerste Europeanen die met Indonesië in contact kwamen waren de Portugese ontdekkingsreizigers en handelaren die de archipel begonnen te koloniseren in de 15e eeuw. Zij stichtte hier handelsposten en mengde zich met de oorspronkelijke bevolking. Naast de Portugezen zelf werden ook veel slaven in Indonesië gevestigd. Na verloop van tijd wisten sommigen van deze slaven hun vrijheid te winnen. De krontjong muziek ontstond in deze smeltkroes van culturen en volkeren. Hier mengde zich Portugese muziek met Indonesische muziek en vele andere invloeden, waaronder die uit Arabië en India. De banjo-achtige gitaar die werd gebruikt stamt af van de vijf-snarige Rajao-gitaar die door Portugese zeelieden werd meegenomen. De naam krontjong is een onomatopee (klanknabootsing) van de klanken van dit instrument.
Paul Seelig (1876-1945) is één van de weinige componisten uit Nederlands-Indië die een volumineus oeuvre heeft nagelaten. Hij werd in 1876 in Breda geboren en volgde een muzikale opleiding in Duitsland waarna hij een tijd werkt als tweede dirigent bij het Stadttheater in Essen. In 1900 begon hij met zijn omzwervingen in het Oosten en waar hij dirigent aan het hof van de Sushuhan van Surakarta (een staat in centraal Java) werd. Tijdens de acht jaar die hij daar verbleef bestudeerde hij Oosterse muziek en zette liedjes van zangers uit centraal Java op papier. Na de dood van zijn vader nam hij diens muziek- en instrumenten zaak in Badung over. Dit was echter niet het einde van zijn reizen en in 1911 kwam hij in Siam (het huidige Thailand) terecht. Hier werd hij dirigent en adviseur van het Koninklijk Orkest in Bangkok en componeerde hij onder andere het volkslied van Siam. Hij zette hier ook zijn studie van Oosterse muziek voort en verzamelde een groot aantal Siamese volkswijsjes die hij later zou publiceren.
In zijn composities mengde Seelig elementen uit Oosterse en Westerse muziek met veel gevoel voor vakmanschap. Na 1930 heeft hij minder tijd om te componeren omdat de uitgeverij meer van zijn tijd opeist. Als Nederlands staatsburger zat Seelig tijdens de Tweede Wereldoorlog in het kamp Mater Dolorosa. Veel van zijn werk werd al tijdens de oorlog verloren gewaand, maar is recentelijk weer terug gevonden.
Tijdens de bezetting zagen de Japanners de krontjong muziek als een middel om de bevolking voor zich te winnen. Het wordt ingezet als propaganda middel om de Japanners af te schilderen als bevrijders van de archipel van de Nederlandse kolonisten. Het aanmoedigen van een eigen identiteit via de krontjong muziek werkte echter niet alleen in het voordeel van de nieuwe bezetter; het werd ook gebruikt om protestliederen tegen de Japanners te maken. Ook in de onafhankelijkheidsoorlog tegen de terugkerende Nederlandse bezetters bleef het een populair verzetsmiddel en bleven er politieke boodschappen in de muziek circuleren.
Bij het spelen van krontjong horen zwoele tropische avonden, wuivende palmen op het strand, geurende bloemen en tropische geluiden zoals tsjirpende krekels en de roep van de tokeh: de gekko die grote delen van Zuidoost-Azië bewoont. Probeert u dat beeld bij deze muziek maar op te roepen.
Beluister HIER Krontjong muziek door Ellen Steffers-Dekker
Juda en Baud
Mr. Jean Chrétien baron Baud (1893-1976) was een Nederlands jurist, ambtenaar en hofdienaar. Hij studeerde rechten in Leiden en werkte daarna een aantal jaar bij de provinciale griffie in Gelderland. In 1921 trad hij in dienst bij het koninklijk huis als kamerjonker en chef van het kabinet van de burgemeester van Den Haag. In 1927 werd Baud benoemt tot kamerheer en werd persoonlijk secretaris van prinses Juliana. In 1940 was hij één van Indische gijzelaars die door de Duitsers werd opgepakt en uiteindelijk in Kasteel De Ruwenberg werd ondergebracht. Zij hoopten door het oppakken van particuliere secretarissen van het koninklijk paar hen persoonlijk te raken. Baud – als begaafd pianist – organiseerde samen met een andere Indische gijzelaar, de Joodse violist Jo Juda, zondagmiddag concerten voor de gegijzelden. Baud zou vier jaar gegijzeld blijven. Hij zou pas in september 1944 worden vrijgelaten waarna hij naar Londen wist te ontsnappen, waar hij zijn werk voor Juliana weer oppakte. In maart 1945 vergezelde hij haar bij haar terugkeer naar Nederland. Hij zou voor het koninklijk huis blijven werken totdat hij in 1963 uit alle actieve hoffuncties in actieve dienst werd ontheven. Hij overleed op 30 januari 1976.
Juda Juda (1909-1985), met de roepnaam Jo, was de zoon van een Amsterdamse diamantslijper. Hij volgde een muziekopleiding aan het Amsterdamse muzieklyceum en later via de Hochschule für Musik in Berlijn. Na zijn studies werd hij violist en concertmeester bij het Amsterdam Bach Orkest, Orkestvereniging Arnhem en de Groninger Orkest Vereniging. Jo werd in juli 1940 door de Duitsers opgepakt en naar het concentratiekamp Buchenwald vervoerd. Het leven in dit kamp was relatief licht, maar toch stierven er veertien gijzelaars in de eerste winter. Jo’s Joodse afkomst hing hier als een molensteen om zijn nek; elk moment waren hij en zijn Joodse medegevangenen bang te worden afgevoerd. In de eerste helft van 1941 werden er verschillende leden van de groep vrijgelaten en nieuwe gevangenen toegevoegd totdat de groep van 238 man naar kamp Beekvliet in Sint-Michielsgestel werd vervoerd en vervolgens naar De Ruwenberg. Drie van zijn Joodse medegevangenen zouden worden afgevoerd, maar Juda overleefde hier de oorlog in Kamp Vught, zijn vijfde kamp. Waarschijnlijk was zijn muzikale functie binnen het kamp zijn redding. Juda en de overige gijzelaars komen met de ontruiming van Kamp Vught na ruim vier jaar vrij. Na de oorlog zette Juda zijn muzikale carrière voort met groot succes. Hij werd in 1962 de eerste concert meester van het Concertgebouworkest. Hij stierf op 20 januari 1985.
Samen met Baud verzorgde Juda vele muzikale uitvoeringen in hun tijd op zowel Beekvliet als De Ruwenberg. Ook speelde Juda mee in het Indisch orkest dat de gegijzelde vormden en begeleide hij kooruitvoeringen. De optredens waren altijd erg emotioneel en ze maakten diepe indruk op de gegijzelden. In Juda’s woorden: “menigeen van de pas opgepakte mensen [kon] zich niet, of nauwelijks goed houden. Ze zaten met verkrampte gezichten, waarover soms de tranen biggelden, of waarvan alleen de ogen vochtig waren, te luisteren.”
Een aantal van de stukken die ze ten gehore hebben gebracht waren waarschijnlijk van Mozart. Beluister HIER een van de muziekstukken.
75 jaar bevrijding
Dit jaar vieren we 75 jaar bevrijding. Bevrijding van honger, lijden, angst en de kampen waar de personen waarmee we hierboven in aanraking zijn gekomen een tijd hebben doorgebracht. Bevrijding om naar de muziek te kunnen luisteren en te kunnen maken die driekwart eeuw geleden verboden was omdat het “Joods” of “Amerikaans” (of uit welk ander land dan ook waar Nazi-Duitsland mee in oorlog was). Maar ook hoe deze muziek werd gebruikt als propaganda methode. Muziek is onlosmakelijk verbonden met identiteit en verboden muziek is immers de muziek van de “Andere”. Door iemand te verbieden zich te uiten, pakken we hem of haar een deel van de identiteit af.
In de bovenstaande verhalen hebben we gezien hoe mensen zichzelf en hun medegevangenen door deze zware tijden heen hebben weten te worstelen. Voor vele moeten de concerten de manier zijn geweest om hun leven zin te geven en moed te houden. Voor enkelen, zoals Jo Juda, kan het goed zijn dat hun kunde hen letterlijk van een wisse dood heeft kunnen behoeden. Voor allen geldt dat ze hun medegevangenen een onbetaalbaar geschenk en hoop hebben kunnen geven. Zelfs als ze uiteindelijk alleen toestemming hiervoor kregen om de kampbewakers te vermaken.
In onze vrijheid hebben we de mogelijkheid om van deze muziek te genieten en met verhalen degene die dit hebben moeten meemaken te herdenken. Ik hoop dat u van de muziek hebt genoten en de bovenstaande verhalen u nieuwsgierig hebben gemaakt naar al deze buitengewoon inspirerende personen.
Dit verhaal is gebaseerd op het onderzoek van Ellen Steffers-Dekker die de muziek voor dit programma heeft samengesteld.
Meer weten?
Lees HIER het verhaal over Kamp Sint-Michielsgestel.
Lees HIER het verhaal over Kamp Beekvliet.